9 resultaten
De primaire doelstelling van dit eindpuntonderzoek is om de veiligheid van tofacitinib te evalueren in twee doses versus een TNF-remmer; de co-primaire eindpunten zijn beoordeelde ernstige ongewenste cardiovasculaire gebeurtenissen (major adverse…
1. De werkzaamheid van tofacitinib, in doses van 2 mg, 5 mg en 10 mg 2x/d te vergelijken met placebo met betrekking tot de ASAS20-respons in week 12 bij proefpersonen met actieve SA die onvoldoende respons hebben vertoond op een voorgaande…
Hoofddoel* Het aantonen van de werkzaamheid van tofacitinib in het induceren van remissie bij patiënten met matige tot ernstige actieve CU.Bijkomende doelstellingen* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van tofacitinib bij patiënten…
Primair: aantonen dat QVA149 effectiever matige tot ernstige COPD exacerbaties tegengaat dan NVA237 tijdens een behandeling van ongeveer 1,5 jaar. Secundair: aantal exacerbaties in vergelijking met tiptropium. Tijd tot 1e exacerbatie.
Open vervolgonderzoek met CP-690,550 als onderhoudsbehandeling bij patiënten met de ziekte van Crohn
Het primaire doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de veiligheid en tolerantie van langdurig open onderzoek naar CP-690,550 behandeling van patienten met de ziekte van Crohn.Secundaire doelen zijn het evalueren van CP-690,550…
Primair: aantonen dat QVA149 effectiever is bij patiënten met matige tot ernstige COPD dan NVA237 of indacaterol tijdens een behandeling van ongeveer * jaar. Secundair: mate van dyspnoe (vragenlijst), quality of life (vragenlijst), gebruik van…
Primair: aantonen dat QVA149 (indacaterol 110 plus NVA237 mcg per puff) niet inferieur is aan de losse bestanddelen (indacaterol 150 mcg en NVA 50 mcg per puff) bij patiënten met matige tot ernstige COPD, gemeten aan de dalspiegel-FEV1. Secundair:…
Dit is een exploratieve studie met als doel veranderingen in inflammatie van het colon te evalueren na 8 weken behandeling met tofacitinib (XELJANZ) 10 mg BID in patiënten met matige tot ernstige CU.
Evaluatie van effectiviteit bij patienten met RCDII met persisterende of terugkerende vlokatrofie (Marsh III ABC) en aberrant IEL T-cellen (> 20% aIELS, geanalyseerd mbv flowcytometrie).