Primair:• Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van blinatumomab in combinatie met AMG 404 bij volwassenen met R/R B-ALL• Schatten van de maximaal verdragen dosis (Maximum Tolerated Dose, MTD) en aanbevolen fase 2-dosis (Recommended Phase…
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
bloedkanker
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Dosisbeperkende toxiciteiten (dose-limiting toxicities, DLT*s)
• Tijdens behandeling optredende ongewenste voorvallen (treatment-emergent
adverse events, TEAE*s), ernstige TEAE*s, behandelingsgerelateerde TEAE*s en
ongewenste voorvallen van belang (events of interest, EOI).
Secundaire uitkomstmaten
• CR/CRh* in de eerste 2 cycli en over alle cycli
• CR in de eerste 2 cycli en over alle cycli
• Duur van CR
• Duur van CR/CRh
• PK-parameters voor blinatumomab
• PK-parameters voor AMG 404
• Anti-blinatumomab-antilichamen
• Anti-AMG 404-antilichamen
Achtergrond van het onderzoek
Acute lymfatische leukemie is een kwaadaardige ziekte van lymfatische
voorlopercellen in het beenmerg of plaatsen van het lymfestelsel. Onrijpe
lymfoblasten prolifereren in het beenmerg en kunnen andere organen infiltreren.
Als gevolg hiervan wordt de normale hematopoëse in het beenmerg onderdrukt.
Acute lymfatische leukemie is een zeldzame kwaadaardige ziekte met een totale
incidentie van 1,1 / 100 000 per jaar. Acute lymfatische leukemie heeft een
bimodale verdeling met een vroege piek op de leeftijd van 4 tot 5 jaar
(incidentie van 4,5 / 100 000 per jaar) gevolgd door een tweede geleidelijke
toename op 50 jaar (incidentie van 2/100 000 per jaar). Het vertegenwoordigt
80% van acute leukemie bij kinderen en 20% van acute gevallen van leukemie bij
volwassenen (Howlader et al, 2012; Jabbour et al, 2005; Larson, 2005; Pui and
Evans, 1998).
Doel van het onderzoek
Primair:
• Evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van blinatumomab in
combinatie met AMG 404 bij volwassenen met R/R B-ALL
• Schatten van de maximaal verdragen dosis (Maximum Tolerated Dose, MTD) en
aanbevolen fase 2-dosis (Recommended Phase 2 Dose, RP2D) van AMG 404 in
combinatie met IV blinatumomab
Secundair
• Evalueren van de werkzaamheid van uit blinatumomab en AMG 404 bestaande
combinatietherapie bij de behandeling van R/R B-ALL
• Kenmerken van PK na uit blinatumomab en AMG 404 bestaande combinatietherapie
• Evalueren van de immunogeniciteit van blinatumomab en AMG 404 na uit
blinatumomab en AMG 404 bestaande combinatietherapie
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, niet-gerandomiseerd, open-label, fase 1b-onderzoek naar
blinatumomab in combinatie met AMG 404 bij volwassenen met gerecidiveerde of
refractaire B-precursor acute lymfoblastische leukemie (R/R B-ALL), waarbij de
veiligheid, verdraagbaarheid, farmacokinetiek (PK) en werkzaamheid van uit
blinatumomab en AMG 404 bestaande combinatietherapie worden geëvalueerd. Het
onderzoek zal bestaan **uit een screening van maximaal 3 weken en voor-fase,
een behandelperiode, een veiligheids follow-up (SFU) bezoek 30 (± 7) dagen na
de laatste dosis blinatumomab en een studiebeëindiging (EOS) 140 ± 7 dagen
daarna bezoeken de laatste toediening van AMG 404.
Proefpersonen in dit onderzoek krijgen minimaal 2 en maximaal 5 cycli met uit
blinatumomab en AMG 404 in combinatie (Blin + 404) bestaande
combinatietherapie.
Cohort 1:
Elke cyclus duurt 42 dagen en omvat een 14 dagen durend interval tussen dag 29
en 42 zonder behandeling met blinatumomab. In cyclus 1 zal blinatumomab worden
toegediend als continue infusie (cIV) in een dosis van 9 µg/dag op dag 1 tot
dag 28 voor proefpersonen >=45 kg en 5 µg / m2 / dag, niet meer dan 9 µg / dag,
op dag 1 tot en met dag 7, daarna 15 µg / m2 / dag op Dag 8 tot dag 28 voor
proefpersonen <45 kg, niet meer dan 28µg / dag.
In cyclus 2 tot cyclus 5 zal blinatumomab worden toegediend in een dosis van 28
µg/dag op dag 1 tot dag 28 voor proefpersonen >=45 kg en 15µg / m2 / dag voor
proefpersonen <45 kg, niet meer dan 28 µg / dag.
AMG 404 zal gedurende ongeveer 30 minuten intraveneus (IV) worden toegediend
vanaf dag 11 van cyclus 1 en zal daarna elke 4 weken (Q4W) worden toegediend.
Zie voor cohort 1c, 2a en 2b sectie 4.1 van het protocol.
De geplande doses AMG 404 in cohort 1 en 2a zullen respectievelijk 240 en 480
mg zijn. Andere cohorten kunnen worden overwogen om verschillende
doseringsschema's van AMG 404 te evalueren in relatie tot de
blinatumomab-infusie (zie figuur 4-2 van het protocol).
Het onderzoek zal bestaan uit 2 fases, dosisverkenning en dosisuitbreiding.
In de dosisverkenningsfase zullen proefpersonen voor groepen van 3 tot 6 worden
ingeschreven. Het Dose Level Review Team (DLRT) zal nadat alle proefpersonen
in een groep voor DLT evalueerbaar zijn samenkomen om te bepalen of extra
proefpersonen voor het cohort moeten worden ingeschreven, of het passend is om
dosisescalatie of dosisde-escalatie te laten plaatsvinden, of om het onderzoek
vanwege veiligheidsbedenkingen stop te zetten. In totaal kunnen maximaal 9
proefpersonen per dosisniveau worden ingeschreven tijdens dosisverkenning.
Het geplande dosisniveau voor blinatumomab zijn:
Cohort 1 cyclus 1: toediediening 9 µg/dag op dag 1 tot dag 7 en 28 µg/dag op
dag 8 tot dag 28 voor proefpersonen >= 45 kg. Toediening 5 µg/m2/dag, niet meer
dan 9 µg / dag, op dag 1 tot Dag 7, daarna 15 µg / m2 / dag op dag 8 tot dag 28
voor proefpersonen <45 kg, niet te overschrijden
28 µg / dag.
Voor cyclus 1 zijn de dosisniveaus voor AMG 404:
• Cohort 1: 240 mg Q4W vanaf dag 11 van cyclus 1
• Cohort 2a: 480 mg Q4W vanaf dag 1 van cyclus 1
• Cohort 2b: 240 mg Q4W vanaf dag 1 van cyclus 1
• Cohort 1c: 120 mg Q4W vanaf dag 1 van cyclus 1
• Cohort 2: 480 mg Q4W vanaf dag 11 van cyclus 1
• Cohort 1b: 120 mg Q4W vanaf dag 11 van cyclus 1
Zie sectie 6.2.1.1. van het protocol.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Blinatumomab zal worden toegediend als continue infusie (cIV) voor 28 dagen per cyclus en AMG 404 zal gedurende ongeveer 30 minuten intraveneus (IV) worden toegediend vanaf dag 1 of 11 van cyclus 1 en zal daarna elke 4 weken (Q4W) worden toegediend.
Inschatting van belasting en risico
Zie sectie E9 en E9a.
Publiek
Minervum 7061
Breda 4817 ZK
NL
Wetenschappelijk
Minervum 7061
Breda 4817 ZK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Leeftijd >= 18 jaar bij inschrijving.
• Proefpersonen met B-precursor ALL, met een van het volgende:
-Refractair voor primaire inductie of refractair voor salvage therapie
-Bij onbehandelde eerste, tweede of grotere terugval of refractaire terugval of
terugval na salvage therapie
-Recidief op enig moment na allogene SCT:
o Terugval wordt gedefinieerd als het bereiken van CR (CR1) tijdens
voorafgaande therapie en vervolgens terugval tijdens of na voortzetting van de
therapie.
o Refractaire ziekte wordt gedefinieerd als de afwezigheid van CR na standaard
inductietherapie.
o Refractair terugval zonder CR na eerste salvage therapie
o Tweede terugval of later terugval gedefinieerd als terugval na het bereiken
van een tweede CR (CR2) in eerste of latere salvage therapie.
• Meer dan of gelijk aan 5% blasten in het BM.
• Functionele status volgens Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG PS) <= 2.
• Negatieve zwangerschapstest bij vrouwen die kinderen kunnen krijgen.
Zie sectie 5.1 van het protocol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Voorgeschiedenis of aanwezigheid van klinisch relevante CZS-pathologie zoals
epilepsie, epileptische aanval in kindertijd op of volwassen leeftijd, parese,
afasie, beroerte, ernstig hersenletsel, dementie, ziekte van Parkinson,
cerebellaire ziekte, organisch hersensyndroom of psychose.
• Aanwezigheid van ALL in het CZS (bevestigd via aanwezigheid van blastcellen
in CSV) of in testes
• Geïsoleerde extramedullaire ziekte.
• Huidige auto-immuunziekte of voorgeschiedenis van auto-immuunziekte met
mogelijke CZS-betrokkenheid.
• Allogene HSCT binnen 12 weken vóór de start van in het protocol
gespecificeerde therapie.
• Actieve acute of chronische *graft versus-host*-ziekte die systemische
behandeling met immunosuppressieve medicatie vereist.
• Chemotherapie tegen kanker (radiotherapie, chemotherapie,
antilichaamtherapie, moleculaire doelgerichte therapie) binnen 14 dagen
voorafgaand aan onderzoeksdag 1 met uitzondering van intrathecale chemotherapie
en/of onderhoudstherapie met een lage dosis (bijv. vinca-alkaloïden,
mercaptopurine, methotrexaat of hydroxyurea). Als de proefpersoon in aanmerking
komt voor pre-fase, dient alle lage dosis chemotherapie, met uitzondering van
intrathecale chemotherapie, worden stopgezet voordat de pre-fase wordt gestart.
Het gebruik van tyrosinekinaseremmers bij patiënten met Ph+ ALL is toegestaan.
• Immunotherapie (egrituximab, alemtuzumab) binnen 4 weken vóór start van in
protocol gespecificeerde therapie. Voorafgaande behandeling (> 4 weken
voorafgaand aan protocoltherapie toegediend) met een op CD19 gerichte therapie
(bijv. blinatumomab, op CD19 gerichte chimere antigeenreceptor T-celtherapie,
anti-CD19-antilichamen zal worden toegestaan).
Zie sectie 5.2 van het protocol.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-004304-36-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT-nummerisnognietbekend.Hetnummervolgt. |
CCMO | NL72451.042.20 |