Primaire doelstelling: Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid na een en meerdere intraveneuze toedieningen van PPSGG bij patiënten die lijden aan anti-MAG-neuropathie.Secundaire doelstellingen- Het beoordelen van de PK van PPSGG na een…
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Demyelinisatieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Veiligheids-eindpunten:
De volgende parameters zullen gedurende het gehele onderzoek of zoals
gespecificeerd worden gecontroleerd:
- Frequentie, duur, ernst en resultaat van AE*s, tijdens de behandeling
optredende AE*s (treatment emergent AE*s, TEAE*s) en ernstige AE*s (serious
AE*s, SAE*s) van het moment van ondertekening van de geïnformeerde toestemming
tot het EOS-bezoek, inclusief follow-up indien vereist.
- Enige gelijktijdige medicatie en relevante behandeling zonder medicatie.
- Tekenen en symptomen van infusiegerelateerde reacties op infusiedagen,
doorlopend tijdens de infusie van het onderzoeksgeneesmiddel, tot 1 uur na het
einde van infusie, en 8 en 24 uur (dag 2) na het begin van toediening.
- Lichamelijk onderzoek bij screening, baseline, op de infusiedag (voorafgaand
aan toediening van IMP) en op dag 8 en bij het EOS-bezoek tijdens SAD.
Gedurende MAD fase tijdens elke visite tot het EOS-bezoek.
- Vitale functies met de 12-afleidingen-ecg bij de screening, op infusiedagen
voorafgaand aan de dosis, tijdens de infusie van IMP na 60 min (120 minuten
voor de optionele 3200mg dosis) en vervolgens 2 uur en 8 uur na het begin van
de infusie van de SAD fase en bij het EOS-bezoek. Tijdens de MAD, vitale
functies met het 12-afleidingen ECG op elke visite tot de EOS.
- 1-afleiding-ecg op infusiedagen, doorlopend tijdens de infusie van IMP tot 2
uur na het begin van de infusie voor zowel SAD als MAD.
- Hematologie, klinische chemie en urineonderzoek voor veiligheid bij
screening, bij baseline op dag 8 en bij het EOS-bezoek tijdens SAD en op dag 8,
28, 42, 98 en EOS tijdens de MAD.
- Bloedmonsters voor anti-drug-antilichamen (ADA) (immunogeniciteit) bij
screening en predosering, daarna Dag 28 (EOS) in de SAD en Dag 42 en EOS in de
MAD.
Farmacokinetisch eindpunten:
De PK van PPSGG in de SAD fase zal worden bepaald op serum bij de baseline (dag
-1), op infusiedag 1 (30 min., 60 min, 2 uur, 6 uur en 8 uur na het begin van
toediening) en op dag 2, 4, 8, 14 en 28 van de SAD-fase. De bepalingen voor de
potentiële dosis van 3200 mg is 30 minuten, 60 minuten, 2 uur, 3 uur, 6 uur, 8
uur en 10 uur na aanvang van de infusie.
In de MAD-fase op dagen 1, 3, 5 en 42: predosis, 30 min., 60 min, 2 uur, 6 uur
en 8 uur na het begin van de infusie. Een bijkomende PK afname wordt afgenomen
op dag 150 (EOS). De tijdstippen voor PK-monstername in de MAD fase zullen
worden bevestigd op basis van de PK-gegevens die tijdens SAD-fase verzameld
zijn.
Farmacodynamische eindpunten:
De PD-biomarkers van PPSGG zullen in serum worden bepaald in de SAD-fase
tijdens screening, baseline, op infusiedag (30 min, 60 min, 2 uur, 8 uur na
start op infusie) en op dag 2, 4, 8, 14 en EOS (dag 28). Tijdens de MAD-fase op
elk van de dagen 1, 3, 5 en 42 bij predose, op 30 minuten, 60 minuten, om 2 uur
en 8 uur na aanvang van de infusie. Vervolgens worden PD-monsters genomen op
dag 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10 en dag 11 bij predose en 2 uur na aanvang van de
infusie.
Werkzaamheids-eindpunten:
Er zullen klinische werkzaamheidsbeoordelingen worden uitgevoerd bij screening
en op dag 14, en bij EOS in SAD en MAD en vervolgens om de 8 weken.
Klinische werkzaamheidsresultaten voor de SAD- en MAD-fase
- ONLS-score.
- Tijd om 10 meter te lopen.
- RODS.
- Ataxia-score.
Eindpunten enkel voor de MAD-fase
Alle bovenstaande en vervolgens de volgende om de 8 weken vanaf dag 14:
- INCAT-gevoeligheidsscore
- Grijpkracht.
Secundaire uitkomstmaten
Eindpunten enkel voor de MAD-fase:
- Neurofilament lichte keten (neurofilament light, NfL) om de mate van axonale
schade te meten.
- B-cel-activerende factor (b-cell activating factor, BAFF).
- Indirecte immunofluorescentie op ischiaszenuwen.
- Motor Unit Number Index (MUNIX) op geselecteerde sites.
Achtergrond van het onderzoek
Anti-myelinegeassocieerde glycoproteïne (MAG) neuropathie is een
demyeliniserende polyneuropathie die gepaard gaat met een monoklonale
immunoglobuline M (IgM) gammopathie met anti-MAG-activiteit. Patiënten met
anti-MAG-neuropathie lijden aan sensomotorische gebreken, sensorische ataxie,
paresthesie, spierzwakte, neuropathische pijn en beven.
Momenteel is er geen behandeling voor anti-MAG-neuropathie die is goedgekeurd
door het Europees Geneesmiddelenbureau (European Medicines Agency, EMA) of door
de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA).
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid na een en meerdere
intraveneuze toedieningen van PPSGG bij patiënten die lijden aan
anti-MAG-neuropathie.
Secundaire doelstellingen
- Het beoordelen van de PK van PPSGG na een en meerdere intraveneuze
toedieningen.
- Het onderzoeken van de PD van PPSGG bij het verlagen van anti-MAG IgM-waarden.
- Het verkrijgen van voorlopige werkzaamheidsgegevens van neurologische
beoordelingen en klinische resultaten aan de hand van verschillende klinische
scores.
Onderzoeksopzet
Fase I: FiH, open-label, SAD-escalatieonderzoek bij patiënten met
anti-MAG-neuropathie ter beoordeling van de veiligheids-, verdraagbaarheids-,
PK- en PD-parameters van PPSGG.
Na afronding en beoordeling van de SAD-fase zal een MAD-fase volgen.
Fase IIa: Een gerandomiseerd, dosisverhoging, dubbelblind, (geblindeerd voor
patiënt en onderzoeker), placebogecontroleerd MAD ter beoordeling van de
veiligheids-, immunogeniciteits-, verdraagbaarheids-, PK-, PD- en voorlopige
werkzaamheidsparameters van PPSGG bij patiënten met anti-MAG-neuropathie.
- Fase 1: Eén oplopende dosis (SAD)
In de escalatiefase met één oplopende dosis zullen in elk van de 4 of 5
oplopende dosiscohorten 6 patiënten worden ingeschreven. De eerste toediening
van PPSGG zal in elk cohort aan één patiënt worden verstrekt
(poortwachterpatiënt). De beslissing om de resterende patiënten in een bepaald
cohort te blijven doseren zal worden gebaseerd op alle beschikbare
veiligheidsgegevens die gedurende de eerste 72 uur na behandeling van de
poortwachterpatiënt zijn verzameld. De beslissing om te escaleren naar de
volgende dosis (na afronding van een cohort) zal worden gebaseerd op alle
beschikbare veiligheidsgegevens die tenminste in de eerste 72 uur na de start
van de infusie worden verzameld van alle patiënten, waarbij geen
stopzettingsvoorschriften optreden, en worden geanalyseerd door een
onafhankelijke commissie voor gegevenscontrole (independent data monitoring
committee. IDMC). Het onderzoeksgeneesmiddel zal worden toegediend als een
IV-infusie gedurende 60 minuten (120 minuten voor de optionele 3200mg dosis).
In de SAD-fase zal elke patiënt, binnen 2 maanden, de volgende 8 bezoeken
afleggen: screening, baseline, behandeling (4 bezoeken), einde van onderzoek
(end of study, EOS) en follow-up.
- Fase 2a: Meerdere oplopende doses (MAD)
In de fase met meerdere oplopende doses zullen 2 dosiscohorten van elk ten
minste 12 patiënten (10 actief en 2 placebo) worden ingeschreven. De
dosisniveaus zullen worden vastgesteld op basis van de veiligheid,
verdraagbaarheid, farmacokinetiek en PK/PD-resultaten (anti-MAG IgM-titers) uit
de SAD-fase. De dosering van beide cohorten in de MAD-fase zal de in de
SAD-fase (Cmax en AUC0-tau) bereikte blootstellingen niet overschrijden en zal
beginnen met een dosis die minstens één dosisniveau lager is dan veilig
afgerond in het SAD. De toedieningsfrequentie zal worden bepaald op basis van
de PK/PD-relatie die in de SAD-fase wordt vastgesteld (halfwaardetijd PPSGG,
kinetiek anti-MAG IgM) en de simulatie ervan. Het onderzoeksgeneesmiddel zal
maximaal 11 keer in zes weken (als een IV-infusie gedurende 60 minuten, 120
minuten voor de optionele 3200mg dosis) worden toegediend voor het verkennen
van de werking op anti-MAG-antilichaamwaarden. Uit veiligheidsoverwegingen
zullen de eerste 2 patiënten in elk cohort van de MAD-fase op dubbelblinde
wijze worden gerandomiseerd naar actieve of placebobehandeling. De beslissing
om een bepaald cohort te blijven doseren zal worden gebaseerd op de
veiligheidsgegevens van de eerste 2 patiënten in de (tenminste) 2 weken na de
start van de infusie. De beslissing om te escaleren naar de volgende dosis zal
worden gebaseerd op veiligheidsgegevens die in de eerste 2 weken na de start
van de infusie worden verzameld en geanalyseerd door een IDMC.
In de MAD-fase zal elke patiënt maximaal 17 bezoeken binnen 6 maanden afleggen:
screening, baseline, behandeling (maximaal 14 bezoeken), einde van onderzoek
(EOS) en follow-up.
Het dosisschema in de MAD-fase zal worden aangepast in overeenstemming met in
de PK-, PD- modellering, veiligheids- en verdraagbaarheidsgegevens verzameld in
de SAD-fase. De dosering van beide cohorten in de MAD-fase zal de in de
SAD-fase (Cmax en AUC0-tau) bereikte blootstellingen niet overschrijden en zal
beginnen met een dosis die minstens één dosisniveau lager is dan veilig
voltooid in het SAD. Het dosisschema omvat het toegediende dosisniveau, de
frequentie van toediening en de duur van toediening, d.w.z. het aantal
toegediende doses. Op basis van de toxicologische veiligheidsonderzoeken bij
dieren is het maximale aantal toedieningen 11 infusies in 6 weken. Het doel is
om een potentiële dosis en regime te definiëren om de niveaus van anti-MAG
IgM-antilichaamniveaus betrouwbaar en veilig met ten minste 50% te verlagen.
In elk van de twee fasen (SAD en MAD) zullen de volgende beoordelingen worden
uitgevoerd:
- Veiligheid en verdraagbaarheid (bijwerkingen (AE*s), vitale functies,
laboratoriumgegevens, elektrocardiogrammen (ecg*s) en lokale
verdraagbaarheidsbeoordeling).
- Bloedmonsters voor de ontwikkeling van antilichamen tegen geneesmiddelen
(anti-drug antibodies, ADA) (immunogeniciteit).
- Bloedmonsters voor farmacokinetiek van PPSGG.
- Bloedmonsters voor farmacodynamische (anti-MAG-titers (Bühlmann Titer Units),
paraproteïneniveaus, anti-humane natuurlijke killer-1-antilichamen (anti-HNK1
titers) en totale IgM.
- Klinische beoordelingen op basis van de score van de algehele schaal voor
neuropathiebeperkingen (overall neuropathy limitations scale, ONLS), de tijd om
10 meter te lopen en de door Rasch gebouwde algehele schaal voor invaliditeit
(Rash-built overall disability scale, RODS) en de scores voor Ataxia.
De volgende beoordelingen worden alleen in de MAD-fase uitgevoerd:
- INCAT sensorische somscore (ISS)
- Motor Unit Number Index (MUNIX) alleen in geselecteerde sites.
- Greepsterkte
- Neurofilament lichte ketting (NfL) om de mate van axonale schade te meten.
- B-cel activerende factor (BAFF).
- Indirecte immunofluorescentie op ischiaszenuwen.
Elke SAD- en MAD-fase worden gesplitst in twee delen: (1) een actieve
toedieningssfase met één infusie in SAD of meerdere toedieningen in de MAD en
(2) en een observatie fase van 1 maand in de SAD- en 3 maanden in de MAD-fase.
Daarna zullen patiënten bij wie de antilichaamniveaus niet zijn teruggekeerd
tot de baseline overgaan naar de follow-up-fase, waarvan de duur afhangt van de
ontwikkeling van de anti-MAG IgM-antilichaamniveaus.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen in fase I, SAD, die voldoen aan alle inclusiecriteria en niet voldoen aan een van de uitsluitingscriteria, worden toegewezen aan een met een enkele dosis. SAD-fase: enkelvoudige IV-toediening van 200, 400, 800 mg en 1600 mg per patiënt in 4 cohorten. Er kan een hogere dosis (3200 mg) worden toegediend. De studie zal 6 patiënten per cohort (4 of 5 cohorten) includeren. Het onderzoeksgeneesmiddel zal worden toegediend als een enkele infusie van 60 minuten in de ochtend (tussen 07.00 uur en 10.00 uur). De potentiële dosis van 3200 mg vereist een infusie van 120 minuten. De MAD-fase bestaat uit twee opeenvolgende en oplopende cohorten. Het MAD-fase doseringsschema zal worden aangepast in overeenstemming met PK / PD-modellering, veiligheids- en tolerantiegegevens verzameld tijdens de SAD-fase. De dosering van beide cohorten in de MAD-fase zal de in de SAD-fase (Cmax en AUC0-tau) bereikte blootstellingen niet overschrijden en zal beginnen met een dosis die minstens één dosisniveau lager is dan veilig voltooid in het SAD fase. Op basis van de veiligheidstoxicologieonderzoeken bij dieren is het maximale aantal doseringen 11 infusies gedurende 6 weken.
Inschatting van belasting en risico
In de SAD-fase krijgt de patiënt de volgende 8 bezoeken gedurende ongeveer 2
maanden: screening, baseline, behandeling (4 bezoeken), follow-up en einde van
de studie (EOS).
In de MAD-fase krijgt de patiënt tot 17 bezoeken gedurende ongeveer 6 maanden:
screening, baseline, behandeling (gedurende 6 weken, max. 11 infusies),
follow-up en EOS.
Een bezoek duurt ongeveer 2 uur, behalve de doseringsdagen, waarbij over een
periode van 8 uur PK-monsters worden genomen.
Tijdens deze bezoeken vinden de volgende acties plaats:
lichamelijk onderzoek, verzameling van demografische gegevens, bespreking van
medische geschiedenis, controle van geschiktheidscriteria, maken van een
12-afleidingen ECG & doorlopende hartbewaking, bloedafname, urineonderzoek,
zwangerschapstest (indien van toepassing), bespreken van bijwerkingen,
bespreken van gelijktijdige medicatie. Tijdens deze bezoeken zal de
proefpersoon verschillende test- en vragenlijsten invullen.
Alle vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden, moeten voldoende
aanvaardbare methoden voor anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen. Mannelijke proefpersonen moeten adequate anticonceptie gebruiken om
zwangerschap van hun partners te voorkomen.
Bloedafname gerelateerde risico's:
Tijdens de ziekenhuisbezoeken worden bloedmonsters afgenomen. Het inbrengen van
de naald kan pijnlijk zijn of er kunnen zich blauwe plekken ontwikkelen op de
injectieplaats. Bovendien kan het onderwerp last hebben van duizeligheid, een
licht gevoel in het hoofd of flauwvallen.
studie medicatie gerelateerde risico's:
In dit onderzoek wordt PPSGG voor het eerst bij mensen toegediend; daarom zijn
er geen voorafgaande veiligheids- en verdraagbaarheidsgegevens voor mensen
beschikbaar. Net als bij elk ander geneesmiddel is het mogelijk dat er
bijwerkingen worden veroorzaakt door PPSGG. Er kunnen onbekende of
onvoorspelbare risico*s zijn. Het risico voor patiënten in dit onderzoek wordt
echter geminimaliseerd door naleving van de inclusie- en exclusiecriteria,
nauwgezette klinische controle in een ziekenhuisomgeving, strikte naleving van
standaardpraktijk, waaronder training van personeel en verstrekking van
handleidingen voor onderzoeksprocedures, de infusieprocedure en de
stopzettingsvoorschriften voor een individuele patiënt, een
veiligheidsbeoordeling na het eerste deel van het onderzoek en controle door
een IDMC. De veiligheidsgegevens zullen regelmatig worden beoordeeld door een
IDMC om te bepalen of de baten-risicoverhouding per behandelingsgroep
acceptabel blijft.
In de beoordeling van de veiligheid van PPSGG bij honden en ratten werd een
gunstig toxiciteitsprofiel aangetoond (zie investigator*s brochure, IB). In een
6 weken onderzoek met dosisherhaling bij ratten en honden, met 11 infusies in 6
weken met doses van 20 mg/kg tot 200 mg/kg IV, gevolgd door een 2 weken durende
herstelperiode, werden geen klinische symptomen, effecten op orgaangewicht of
macroscopische observaties en farmacologische veiligheidsbevindingen
waargenomen; klinische chemie- en hematologieresultaten waren opmerkelijk. Noch
werden er microscopische bevindingen gemeld.
Op basis van de uitgevoerde experimentele dierstudies werden er in onderzoek
naar de veiligheid en verdraagbaarheid van PPSGG geen bijzondere gevaren voor
de mens aangetoond. Daarom worden de risico*s voor deelname aan het onderzoek
op basis van het veiligheidsprofiel van PPSGG als aanvaardbaar beschouwd.
Hiertoe behoren echter de gebruikelijke risico*s van deelname aan een klinisch
onderzoek, in verband met mogelijke allergische reacties, infusiegerelateerde
bijwerking, bloedafname via aderpunctie. De veiligheid van de patiënten zal in
alle fases van het onderzoek worden geobserveerd. Voorafgaand aan de toediening
van het geneesmiddel zullen deelnemers worden geïnformeerd over de mogelijke
en/of waargenomen bijwerkingen die optraden in het vorige cohort, indien van
toepassing.
Medische vooruitgang is gebaseerd op onderzoek, dat uiteindelijk voor een deel
gebaseerd moet zijn op experimenten met mensen. In aanmerking komende patiënten
kunnen hun deelname aan dit klinisch onderzoek overwegen omdat ze willen
bijdragen aan de verbetering van medische kennis. Overwegingen met betrekking
tot het welzijn van de individuele patiënt in dit klinisch onderzoek moet
echter prevaleren boven de belangen van de wetenschap en de maatschappij. Op
basis van de beschikbare informatie en de opzet van het onderzoek beschouwen
Polyneuron en de hoofdonderzoeker het onderzoek als ethisch verantwoord. De
duur van de ziekenhuisopname en het medisch toezicht wordt toereikend beschouwd
om de veiligheid van de patiënten te garanderen.
Er zijn preklinische bevindingen van onbepaalde klinische betekenis, die zullen
worden beperkt door nauwgezette klinische controle. Om deze reden worden vitale
functies en ecg voor en na de eerste dosis in de SAD-fase en voor en na de
doses in de MAD-fase en bij andere bezoeken gedurende het gehele onderzoek
gecontroleerd.
De patiënten zullen regelmatig terugkeren naar het onderzoekscentrum. Tijdens
deze bezoeken worden veiligheids-, verdraagbaarheids-, werkzaamheids- en
PK/PD-gegevens verzameld. Tot de standaard beoordelingen voor de veiligheid
behoren vitale functies, ecg*s, klinische laboratoriumbeoordelingen
(hematologie, bloedchemie en urineonderzoek) en AE*s, zoals beschreven in het
schema van beoordelingen. Naast de standaard klinische
laboratoriumbeoordelingen zullen patiënten regelmatig worden gecontroleerd op
tekenen en symptomen, ontsteking en hematologische en leverfunctie. Patiënten
zullen de instructie krijgen om eventuele symptomen te melden bij het klinisch
personeel, zodat gepaste beoordeling kan worden uitgevoerd en tijdig zorg kan
worden verleend.
Daarnaast zal het klinisch oordeel van de onderzoeker worden gebruikt voor het
beschermen van de veiligheid van de afzonderlijke patiënt tijdens het
onderzoek.
Publiek
Hochbergerstrasse 60C
Basel 4057
CH
Wetenschappelijk
Hochbergerstrasse 60C
Basel 4057
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Schriftelijke geïnformeerde toestemming.
- Leeftijd tussen 18 en 80 jaar, mannen en vrouwen.
- Patiënten met een bevestigde diagnose van monoklonale IgM geassocieerd met
monoklonale gammopathie van onbepaald belang (monoclonal gammopathy of
undetermined significance, MGUS) met anti-MAG-activiteit (titer >10.000
Bühlmann titereenheden (Bühlmann titer units, (BTU)) en demyeliniserende
neuropathie, gedefinieerd aan de hand van de elektrofysiologische criteria
volgens de European Federation of Neurological Societies/Peripheral Nervous
System paraproteinemic demyelinating neuropathy (EFNS/PNS PDN) richtlijn, 2010.
- Duidelijke klinische tekenen van invaliditeit: met ten minste ONLS *2 in
onderste ledematen.
- Sensorische somscore voor inflammatoire neuropathie-oorzaak en -behandeling
(inflammatory neuropathy cause and treatment, (ISS) *2.
- Patiënten moeten een toereikende leverfunctie hebben, aangetoond door totaal
bilirubine < 26 µmol/l (1,5 mg/dl) en alkalische fosfatase en
aspartaattransaminase/alanine-aminotransferase <2 x keer de bovengrens van
normaal (ULN).
- Afwezigheid van oorzaak van neuropathie onafhankelijk van
anti-MAG-activiteit: bijv. diabetes, hypothyreoïdie, eerdere of actieve
alcoholverslaving, eerdere of actieve behandeling met neurotoxisch geneesmiddel.
- Patiënten moeten een toereikende nierfunctie hebben, aangetoond door
serumcreatinine <2 mg/dl of berekende creatinineklaring *60 ml/min binnen 28
dagen voorafgaand aan de eerste toediening van experimenteel geneesmiddel
(investigational medicinal product, IMP), met behulp van de formule voor
dieetmodificatie bij nierziekte (modification of diet in renal disease, MDRD).
- Mogelijkheid om te voldoen aan de vereisten van het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patiënten met totale serum IgM-niveaus >30 g.
- Hematologische maligniteit (bijv. bekend multipel myeloom of bevestigde
ziekte van Waldenström op basis van beenmerganalyse).
- Patiënten met enige voorgeschiedenis van maligniteit van enig orgaansysteem
(anders dan gelokaliseerd basaalcelcarcinoom van de huid), behandeld of
onbehandeld, in de afgelopen 5 jaar, ongeacht bewijs van plaatselijke terugkeer
of metastasen.
- Eerdere immunosuppressieve behandeling met intraveneuze immunoglobuline
(intravenous immunoglobulin, IVIG) of afarese / plasmafarese in de
voorafgaande 3 maanden en cyclofosfamide en biologische geneesmiddelen (bijv.
rituximab): in de voorafgaande 6 maanden voorafgaand aan inschrijving.
- Andere neurologische, neuromusculaire, reumatologische of orthopedische
aandoeningen met aanzienlijke invloed op de loopvaardigheid die beoordeling van
neurologische scores in de weg staat.
- Patiënten met anti-MAG-neuropathie met aanhoudende klinisch significante
afwijkende laboratoriumresultaten die niet gerelateerd zijn aan de
anti-MAG-neuropathie, zoals aanzienlijke nierfunctiestoornis,
leverfunctiestoornis, hartziekte of andere belangrijke neurologische stoornis.
- Patiënten met anti-MAG-neuropathie met een gemodificeerde Rankin-schaal
(modified Rankin scale, mRS)-score >4.
- Deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek.
- Elke andere significante bevinding die volgens de onderzoeker het risico op
een ongewenst resultaat van deelname aan het onderzoek zal vergroten.
- Enige andere medische aandoening, zoals psychische stoornis of drugsmisbruik,
die naar het oordeel van de onderzoeker(s) de mogelijkheid van de patiënt tot
ondertekening van de geïnformeerde toestemming, samenwerking en deelname aan
het onderzoek vermoedelijk zal verstoren of zal interfereren met de
interpretatie van de resultaten.
- Patiënten die *2 weken voorafgaand aan de start van het
onderzoeksgeneesmiddel een zware operatie hebben ondergaan of nog niet hersteld
zijn van de bijwerkingen van een operatie.
- Een voorgeschiedenis van klinisch significante ecg-afwijkingen of een of meer
van de volgende ecg-afwijkingen bij screening:
PR >200 msec.; QRS-complex >120 msec.; QTcF >450 msec (mannen).; QTcF >460 msec
(vrouwen).; Voorgeschiedenis van familiaal lang QT-syndroom of bekende
familiale voorgeschiedenis van torsade de pointe.; Gebruik van middelen waarvan
bekend is dat ze het QT-interval verlengen, tenzij ze permanent kunnen worden
stopgezet voor de duur van het onderzoek.
- Seksueel actieve mannen moeten een condoom gebruiken bij geslachtsgemeenschap
na het begin van de toediening van IMP en gedurende ten minste 1 week na het
stopzetten van het onderzoeksgeneesmiddel, en mogen in deze periode na
afronding van de onderzoeksmedicatie (SAD- en MAD-fase) geen kinderen
verwekken. Het gebruik van een condoom is ook verplicht voor mannen die
vasectomie hebben ondergaan, om overdracht van het geneesmiddel via sperma te
voorkomen. Daarnaast dienen mannelijke deelnemers in de hierboven aangegeven
periode geen sperma te doneren.
- Gebruik van andere onderzoeksgeneesmiddelen ten tijde van inschrijving,
binnen 5 halfwaardetijden van inschrijving of binnen 30 dagen, afhankelijk van
wat langer is; of langer indien vereist door lokale voorschriften.
- Vruchtbare vrouwen, gedefinieerd als alle vrouwen die fysiologisch in staat
zijn zwanger te worden, tenzij ze zeer effectieve anticonceptiemethoden
gebruiken tijdens de toediening en 1 week na stopzetting van het
onderzoeksgeneesmiddel.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-000067-23-NL |
CCMO | NL72912.041.20 |