Certolizumab pegol is een gehumaniseerd Fab* geconjugeerd met PEG met specificiteit voor humaan TNF*. In klinische studies over de ziekte van Crohn, psoriasis en RA is aangetoond dat certolizumab pegol doeltreffend is. Deze studie is bedoeld om de…
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Gewrichtsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire doelstellingen van de studie bestaan uit het aantonen of een
subcutaan toegediende dosis van 200 mg CZP elke 2 weken of 400 mg elke 4 weken
na een oplaaddosis van 400 mg in week 0, 2 en 4 werkzaam is voor de tekenen en
symptomen van actieve PsA en voor het afremmen van de progressie van
structurele schade bij volwassenen met actieve PsA.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire doelstellingen van de studie bestaan uit het beoordelen van de
effecten op de veiligheid en verdraagbaarheid en uit het aantonen van de
effecten van CZP op:
- Het resultaat op vlak van gezondheid,
- de psoriatische huidaandoening in de subgroep van getroffen patiënten (> 3%
BSA) bij aanvang,
- dactylitis,
- enthesitis,
- axiale respons in de subgroep van getroffen patiënten (BASDAI * 4) bij
aanvang.
De studie is een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde,
multicentrische studie met parallelle groepen.
Achtergrond van het onderzoek
Arthritis psoriatica is een inflammatoire vorm van artritis die tot één derde
van de patiënten met psoriasis treft en die doorgaans jaren nadat de
huidaandoening zich heeft gemanifesteerd, maar soms ervoor, wordt
gediagnosticeerd.
Therapeutische benaderingen voor PsA hebben zich geconcentreerd op een
vergelijkbare immunopathologische ethiologie die een onderliggende factor vormt
bij zowel RA als PsA. Doorgaans omvatte een behandeling voor PsA niet-steroïde
ontstekingsremmers (NSAID*s); de gegevens ondersteunen hun werkzaamheid bij de
behandeling van tekenen en symptomen van perifere artritis. Formeel is de
werkzaamheid van orale of parenterale corticosteroïden voor perifere artritis
bij PsA niet onderzocht, hoewel ze in de klinische praktijk vaak worden
gebruikt. Sommige beschikbare gegevens ondersteunen het gebruik van DMARD*s
(d.w.z. sulfasalazine [SSZ], leflunomide, MTX en ciclosporine) die bij PsA wel
een lichte tot matige verbetering van de klinische tekenen en symptomen kunnen
geven, maar niet van de gewrichtsschade. Het bewijs viel negatief uit voor
oraal en injecteerbaar goud.
Momenteel zijn er in de Verenigde Staten (VS) en Europa vier TNF*-antagonisten
(infliximab [IFX], etanercept [ETN], adalimumab [ADA] en golimumab [GOL])
geregistreerd, voor de behandeling van PsA. Tumornecrosefactor-antagonisten
kunnen de tekenen en symptomen van perifere artritis bij PsA en de daarmee
gepaard gaande psoriatische huidaandoening aanzienlijk verbeteren. Daarnaast is
aangetoond dat ze allemaal een verbetering geven voor de functionele status en
HRQoL. Bovendien is aangetoond dat de eerste 3 middelen de progressie van
gewrichtsschade afzwakken, zoals is vastgesteld op röntgenopnamen. Aangezien er
voor de momenteel beschikbare TNF-antagonisten geen gegevens over de
werkzaamheid of verdraagbaarheid (meer) beschikbaar zijn, hebben patiënten met
PsA nog steeds behoefte aan bijkomende TNF-antagonisten als mogelijke
behandelingen; uit observationele gegevens blijkt immers dat, wanneer een
eerste TNF-antagonist niet succesvol is, dit niet noodzakelijk wil zeggen dat
er geen reactie op een andere TNF-antagonist zou zijn (Conti et al., 2007).
Doel van het onderzoek
Certolizumab pegol is een gehumaniseerd Fab* geconjugeerd met PEG met
specificiteit voor humaan TNF*. In klinische studies over de ziekte van Crohn,
psoriasis en RA is aangetoond dat certolizumab pegol doeltreffend is. Deze
studie is bedoeld om de effecten van CZP aan te tonen bij de behandeling van
PsA bij volwassen patiënten met actieve en progressieve PsA. Certolizumab pegol
is goedgekeurd voor het verminderen van tekenen en symptomen van de ziekte van
Crohn (USA) en voor de behandeling van een matige tot ernstige vorm van actieve
RA bij volwassen patiënten (USA, Europa en Canada). Voor deze studie zijn er
twee dosisschema*s van CZP geselecteerd die 2 verschillende frequenties voor
toediening weerspiegelen: elke actieve groep krijgt 3 oplaaddoses van 400 mg
CZP die in week 0, 2 en 4 die subcutaan worden toegediend, waarna ofwel 200 mg
elke 2 weken of 400 mg elke 4 weken wordt toegediend.
Bovendien werden voor ADA, ETN en GOL (de 3 in de handel verkrijgbare subcutane
TNF-antagonisten voor de behandeling van PsA) identieke dosisschema*s voor PsA
en RA onderzocht die in de handel verkrijgbaar zijn en die een vergelijkbaar
werkzaamheids- en veiligheidsprofiel hebben voor zowel PsA als RA. Daarom
werden de voor deze studie voorgestelde dosisschema*s van CZP geselecteerd op
basis van het feit dat deze doses van CZP in klinische studies doeltreffend
waren voor de behandeling van RA, dat ze in de VS de momenteel aanbevolen
dosisschema*s zijn voor RA en dat de verwachting is dat ze een vergelijkbare
werkzaamheid zullen hebben bij PsA.
Onderzoeksopzet
De studie PsA001 is een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, parallel
gegroepeerde, placebo gecontroleerde klinische studie om de effectiviteit en
veiligheid te evalueren van CZP in volwassen patienten met actieve en
progressieve PsA. De studie omvat 5 periodes:
Periode 1
Een screening periode van 1 tot 5 weken om lab data te verkijgen, de doseringen
van MTX, NSAIDs en corticosteroiden te verifieren en indien gebruikt, of deze
stabiel zijn en om washout van niet toegestane medicatie tijdens de studie
mogelijk te maken.
Periode 2 * week 0 tot week 24: dubbel blind, placebo gecontroleerd
Patienten die voldoen aan de in- en exclusiecriteria zullen toegewezen worden
aan een van de volgende studiebehandeling in een verhouding van 1:1:1:
- CZP subcutaan toegediend met de dosis 400 mg Q2W op weken 0, 2 en 4, gevolgd
door CZP 200 mg Q2W subcutaan (startend op week 6)
- CZP subcutaan toegediend met de dosis 400 mg Q2W op weken 0, 2 en 4, gevolgd
door CZP 400 mg Q4W subcutaan (startend io week 8)
- Placebo
Studiebehandelingen (inclusief placebo) zullen worden toegediend door
aangewezen ontblind getraind site personeel op weken 0, 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14,
16, 18, 20 en 22.
Na de week 24 visite van de laatste patient zal de database gesloten worden en
zal het eerste interem studiereapport geschreven worden. Een beperkt aantal UCB
werknemers zal ontblind worden voor data analyse, maar de onderzoeker en de
patient zullen geblindeerd blijven met betrekking tot de studiebehandeling.
Alle patient zullen na week 24 overgeschakeld worden op actieve behandeling.
Periode 3 * week 24 tot week 48: Dosis geblindeerd voor de patienten en
onderzoekers, geen placebo:
Patienten die oorspronkelijk gerandomiseerd zijn in de placebo groep zullen
opnieuw gerandomiseerd worden in een 1:1 verhouding ten einde 3
oplaaddoseringen te ontvangen van CZP sc 400 mg op weken 24, 26 en 28 gevolgd
door of 200 mg CZP Q2W of 400 mg CZP Q4W vanaf week 30 en verder.
Alle patienten die oorspronkelijk gerandomiseerd zijn in 1 van de CZP groepen
zullen verder gaan met behandeling die hen toegewezen is.
Studiebehandelingen zullen toegediend worden by toegewezen ontblind getraind
site personeel in overeenstemming met het injectie schema. Alle patienten
zullen getraind worden op auto-injectie op weken 26 en 28. Patienten zullen
zichzelf een injectie toedienen Q4W startend vanaf week 30. Na de week 48
visite van de laatste patienten, zal de database gesloten worden en een tweede
interim studie rapport zal geschreven worden.
Periode 4 * week 48 tot week 158: Open-label
Patienten zullen doorgaan met het ontvangen van hetzelfde dosis regime CZP dat
ze tijdens periode 3 hebben ontvangen. Na week 48 zullen alleen patienten die
gerandomiseerd zijn in de 200 mg CZP Q2W groep thuis bij zichzelf 200 mg CZP
Q4W toedienen.Voor al de andere injecties verdient zelftoediening tijdens de
geplande bezoeken de voorkeur. De laatste doseringsvisite zal in week 156 zijn.
De laatste studiebepalingen zullen gedaan worden in week 158.
Periode 5 * week 158 tot week 166: Safety Follow-Up
Alle patienten, inclusief de patienten die van studie behandeling af gehaald
zijn, zullen een veiligheids follow up visite hebben 10 weken na hun laatste
studiemedicatie toediening.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten zullen behandeling met Certolizumab krijgen door injecties met 1 ml injectiespuiten.
Inschatting van belasting en risico
Voor elke patiënt zal de studie maximaal 171 weken duren, bestaande uit de
volgende perioden:
- een screening die maximaal 5 weken duurt,
- een dubbelblinde, placebogecontroleerde behandelingsperiode van 24 weken,
- een dosisgeblindeerde behandelingsperiode van 24 weken,
- een open-label behandelingsperiode van 110 weken,
- een opvolgingsbezoek ten behoeve van de veiligheid dat 10 weken na toediening
van de laatste dosis plaatsvindt.
Tijdens deze bezoeken kan de patient de volgende handelingen ondergaan:
- Lichamelijk onderzoek
- Vitale functie tests
- Vragenlijsten over algehele conditie, ziekte en gerelateerde problemen
- Tuberculose test
- Vena punctie (max 25 ml per visite)
- Subcutane injectie (max 1 ml per visite)
- Rontgenopnames van borstkas, handen en voeten
Publiek
Alfred-Nobel-Strasse 10
40789 Monheim
DE
Wetenschappelijk
Alfred-Nobel-Strasse 10
40789 Monheim
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bij het screeningbezoek moet de patiënt minstens 18 jaar oud zijn.
2. Een door de institutionele beoordelingscommissie (IRB)/onafhankelijke ethische commissie (IEC) goedgekeurd schriftelijk geïnformeerd toestemmingsformulier is ondertekend en gedateerd door de patiënt of de bevoegde persoon/getuige.
3. De patiënt wordt, volgens het oordeel van de onderzoeker, geacht betrouwbaar te zijn, en bereid en in staat te zijn het protocol na te leven (bv. hij/zij kan de dagboeken begrijpen en invullen), het bezoekschema te volgen en de medicatie in te nemen.
4. Vrouwelijke patiënten moeten ofwel gedurende minstens 1 jaar in de menopauze zijn, een chirurgische ingreep hebben ondergaan zodat ze geen kinderen meer kunnen krijgen of een doeltreffende en aanvaardbare anticonceptiemethode toepassen. Mannelijke patiënten moeten ermee akkoord gaan dat zij of hun vrouwelijke partner(s) een adequate anticonceptiemethode gebruiken.
5. De patiënt moet een gedocumenteerde diagnose hebben van PsA zoals gedefinieerd in de CASPAR criteria (zie bijlage 17.2 in protocol) die begonnen is op volwassen leeftijd en tenminste 6 maanden aanwezig is.
6. De patiënt moet een actief psoriatisch huidletsel hebben of een gedocumenteerde voorgeschiedenis van psoriasis.
7. Patiënten moeten active artritis hebben, gedefinieerd als:
- * 3 pijnlijke gewrichten bij screening en aanvang
- * 3 gezwollen gewrichten bij screening en aanvang
- Actieve psoriatische huidletsels of een gedocumenteerde voorgeschiedenis van psoriasis
- en beantwoordend aan minstens 1 van de 2 volgende criteria gedurende de screening periode:
* erythrocyte sedimentatie ratio (ESR) * 28mm/uur (Westergren)
* CRP > bovengrens van de normaalwaarden
8. Bij de patiënten moet minstens bij 1 DMARD een inadequate reactie gehad heeft.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- De patiënt heeft eerder aan deze studie deelgenomen of werd eerder met CZP al dan niet in het kader van een andere klinische studie behandeld. ;- De patiënt heeft in de loop van de voorbije 3 maanden aan een andere studie met een geneesmiddel of medisch hulpmiddel in onderzoeksfase deelgenomen of neemt momenteel aan een andere studie met een geneesmiddel of medisch hulpmiddel in onderzoeksfase deel.;- De patiënt heeft een voorgeschiedenis van een chronisch alcohol- of drugsmisbruik in de loop van het voorbije jaar.;- De patiënt heeft een medische of psychische aandoening die, volgens de onderzoeker, een gevaar of belemmering zou vormen voor de patiënt om aan deze studie deel te nemen.;- Bij de patiënt is overgevoeligheid vastgesteld voor een van de bestanddelen van CZP, placebo of heeft een voorgeschiedenis van een bijwerking voor polyethyleenglycol (PEG).;- Bij de patiënten mag geen andere vorm van inflammatoire artritis (bv. RA, sarcoïdose, systemische lupus erythematodes) of gekende fibromyalgie zijn gediagnosticeerd.;- Patiënten mogen geen secundaire, niet-inflammatoire aandoening (bv. osteoartritis) hebben die volgens de onderzoeker voldoende symptomatisch is waardoor die een belemmering zou vormen bij de beoordeling van het effect van het studiegeneesmiddel op de primaire diagnose van PsA bij de patiënt.;- Patiënten mogen de geneesmiddelen niet hebben gebruikt op de manier die voor de uitsluitingscriteria wordt vermeld in de 2 tabellen die in het protocol amendement 2 pagina 35 zijn opgenomen.;- TB ziekte, verhoogd risico op het verkrijgen van een TB infectie of een latente TB infectie.;De rest van de exclusie criteria zijn te vinden op bladzijde 34 van Protocol Amendement 1 dd 23 Nov 2009
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2009-011720-59-NL |
CCMO | NL31145.068.10 |
Ander register | Registratie is nog bezig. Nog niet voltooid |